Home » Blogging » Het beste gevogelte in Zuid-Holland!

Het beste gevogelte in Zuid-Holland!

Poelier Den Haag

 

 

De poelier van Den Haag was in 1811 J.H. van der Goorsel, die een winkeltje had in de Walstraat. Zijn winkel had voornamelijk gevogelte en wild, maar er was ook een aparte afdeling voor konijnen, hazen en andere kleine knaagdieren. Om zijn winkel goed draaiende te houden en om het voor de klanten aantrekkelijker te maken, besloot hij ook zijn huisdieren tentoon te stellen: op een dag haalde hij enkele konijnen uit hun hok en liet ze los in zijn winkel. De volgende dag deed hij hetzelfde – en zo verder, gedurende ongeveer twee weken. Dat de poelier met zijn huisdieren pronkte was in die tijd niet ongewoon; veel kooplieden deden dat ook – vaak met groot succes! Een van die dierenbezitters was Wouter van Haller uit Rotterdam, die kort daarvoor een eigen winkel had opgezet: daar stonden niet alleen dierenbenodigdheden zoals kooien en poppen, maar ook levende vogels die je kon kopen als huishond of als zangvogel in je tuin! Van Hallers onderneming werd al snel een groot succes; na drie of vier maanden had hij al een magazijn vol kooien met van alles en nog wat, van kanaries en vinken tot papegaaien en ara's. Al deze verschillende soorten vogels bood hij op één plek te koop aan (een zeldzaamheid in die tijd): haviken en valken voor 3 gulden per stuk; duiven voor 3 stuivers per stuk; kraaien voor 10 stuivers per stuk.

Haagse winkels voor haring

Haagse winkels waren gespecialiseerd in haring. Zij waren de enige in Nederland die deze vis verkochten. Als iemand een voorraad haring voor de winter wilde hebben, moest hij naar Den Haag. Het was de enige plaats waar je haring in bulk kon kopen, met uitzondering van de Oostzeehavens waar haring het hele jaar door schaars was. De Haagse winkels hadden een grote en comfortabele droogopslag, waardoor de haring lang bewaard kon worden. De zoute haring werd vooral gebruikt als vis- en vleessupplement. Vleesharing moest minstens twee uur weken voordat hij kon worden gegeten.

Haagse winkels voor eieren en boter

De Haagse winkels stonden vooral bekend om de verkoop van eieren en boter. Een klant kwam in de zomer een paar dozijn eieren kopen; een ander vroeg om een pond boter. Haagse kruideniers verkochten een verscheidenheid aan producten: eieren, boter, melk en andere zuivelproducten, evenals een breed assortiment droge kruidenierswaren. Boter werd vooral gebruikt om mee te koken, maar kon ook dienen als aanvulling voor arme mensen in tijden van schaarste.

Haagse winkels voor snoep en speelgoed

Snoepwinkels waren een van de belangrijkste zaken in Den Haag. Ze waren dagelijks nodig voor feesten en speciale gelegenheden: verjaardagen, huwelijken en jubilea waren allemaal gelegenheden voor snoep. Hoe uitgebreider de gelegenheid, hoe meer snoep je nodig had. De snoepwinkels lagen vol met alle soorten snoep, van goedkope suikerwafels tot zeldzame soorten als marsepein, amandel, pistache en hazelnoot. Den Haag had ook speelgoedwinkels die van alles verkochten, van miniatuurmeubels en poppen tot mechanisch speelgoed en tinnen soldaatjes (heel wat was geïmporteerd uit Engeland).

Conclusie

De poelier van der Goorsel was een soort pionier in het combineren van de verkoop van levende dieren met een algemene kruidenierszaak: nog niemand had de vishandel met de kruidenierswinkel gecombineerd. Het zou een halve eeuw duren voordat iemand anders in de voetsporen van van der Goorsel trad. De drogisterij was een relatief nieuw type winkel, die pas na het midden van de 18e eeuw in de Republiek werd gevestigd. De nieuwe winkels onderscheidden zich in veel opzichten, niet in de laatste plaats door het grote aantal etalages. De Haagse winkels in de 18e eeuw behoorden tot de mooiste van de Republiek. Vooral de poelierswinkel was een indrukwekkend gebouw met een ruim interieur, een grote drogisterij, een bakkerij en een aparte ruimte voor levende dieren.